Wetboek van Strafvordering
Artikel 432
1
Het beroep in cassatie moet binnen veertien dagen na de einduitspraak worden ingesteld indien:
a
de dagvaarding of oproeping om op de terechtzitting te verschijnen of de aanzegging of oproeping voor de nadere terechtzitting aan de verdachte in persoon is gedaan of betekend;
b
de verdachte op de terechtzitting of nadere terechtzitting is verschenen;
c
zich anderszins een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de dag van de terechtzitting of van de nadere terechtzitting de verdachte tevoren bekend was;
d
de dagvaarding of oproeping binnen zes weken nadat door de verdachte hoger beroep is ingesteld, rechtsgeldig aan de verdachte is betekend met inachtneming van artikel 588a en in hoger beroep geen onvoorwaardelijke straf of maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming van langere duur meebrengt dan zes maanden.
2
In andere gevallen dan de in het eerste lid genoemde moet cassatie worden ingesteld binnen veertien dagen nadat zich een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat het vonnis of arrest de verdachte bekend is.
3
Indien het onderzoek op de terechtzitting voor onbepaalde tijd is geschorst en de aanzegging of oproeping voor de nadere terechtzitting niet in persoon is gedaan of betekend, is de termijn bedoeld in het tweede lid van toepassing, tenzij
a
de verdachte op de nadere terechtzitting is verschenen of
b
zich anderszins een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de dag van de nadere terechtzitting de verdachte tevoren bekend was.
Indien een van deze twee uitzonderingen zich voordoet, is de termijn genoemd in de aanhef van het eerste lid van toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BI3298, Eerste aanleg - meervoudig, UTL-I-2008099019
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
29-04-2009
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank RotterdamUitleveringszaak. De verdediging stelt dat geen sprake is van een verzoek tot executie-uitlevering, maar van een verzoek tot vervolgingsuitlevering en voorts dat de uitlevering ontoelaatbaar dient te worden verklaard nu de overgelegde stukken niet voldoen aan de eisen van artikel 18 van de Uitleveringswet... -
LJN BI3312, Eerste aanleg - meervoudig, UTL-2008099021
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
29-04-2009
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank RotterdamUitleveringszaak. De verdediging stelt dat geen sprake is van een verzoek tot executie-uitlevering, maar van een verzoek tot vervolgingsuitlevering en voorts dat de uitlevering ontoelaatbaar dient te worden verklaard nu de overgelegde stukken niet voldoen aan de eisen van artikel 18 van de Uitleveringswet...